Regelmatig wordt een te voorzichtige inschatting gemaakt van de belastbaarheid door beperkingen te vertalen in een urenbeperking terwijl het toekennen van een urenbeperking pas aan de orde is als men niet uitkomt met het toekennen van de overige beperkingen uit de rubrieken van de FML. In de praktijk wordt deze visie steeds strikter toegepast bij einde wachttijd beoordelingen door UWV.
De functionele mogelijkhedenlijst (FML) is een methodiek behorend bij het CBBS, het Claim Beoordelings en Borgingssysteem van het UWV. De FML is een hulpmiddel voor de verzekeringsarts om de belastbaarheid cq de beperkingen van een verzekerde werknemer in kaart te brengen.
De FML is geen verplicht instrument voor bedrijfsartsen. Het FML is een hulpmiddel voor het CBBS en vereist een deskundige wijze van interpreteren en invullen van de diverse items. Dit verondersteld verzekeringsgeneeskundige basiskennis.
Uitgangspunt is dat de bedrijfsarts informatie over beperkingen dan wel mogelijkheden ten behoeve van een beoordeling in het kader van de WIA dient aan te leveren aan het UWV. Het UWV heeft formulieren ontwikkeld die voor dat doel gebruikt kunnen worden. De FML maakt geen deel uit van deze set formulieren. Wel wordt gevraagd een beschrijving van beperkingen te geven in de termen die UWV hanteert, dat wil zeggen in termen zoals deze ook worden gebruikt in de FML. De bedrijfsarts dient de beperkingen dan verder nader te omschrijven.
Het FML bestaat uit de volgende rubrieken:
Rubriek I: Persoonlijk functioneren
Rubriek II: Sociaal functioneren
Rubriek III: Aanpassing aan de fysieke omgevingseisen
Rubriek IV: Dynamische handelingen
Rubriek V: Statische houdingen
Rubriek VI: Werktijden
Werkwijze UWV bij vaststellen arbeidsongeschiktheidspercentage
Om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, voor iemand beperkingen vallen aan te geven, zijn in elke rubriek van de FML voor de daarin opgenomen afzonderlijke belastbaarheidsaspecten zogeheten normaalwaarden tot ijkpunt genomen. Die normaalwaarden, welke zijn ontleend aan empirische gegevens, beogen het niveau van functioneren aan te geven waartoe een gezond persoon van 16 tot 65 jaar (de beroepsbevolking) minimaal in staat is.
Ten opzichte van deze normaalwaarden kan de verzekeringsarts dan op de FML aangeven of, en zo ja in welke mate, iemand met betrekking tot een bepaald belastbaarheidsaspect beperkt is te achten. Op basis van de FML wordt ook een zogeheten kritische FML (kFML) opgesteld, waarop uitsluitend die onderdelen staan vermeld waarop voor de betrokken verzekerde ten opzichte van de betreffende normaalwaarde een bepaalde beperking van toepassing wordt geacht.
De arbeidsdeskundige onderzoekt vervolgens, uitgaande van de beoordeling van de verzekeringsarts zoals dat naar voren komt uit de (k)FML en uit diens rapportage, wat de resterende verdiencapaciteit van de betrokken verzekerde is. Hiertoe raadpleegt de arbeidsdeskundige het CBBS en beoordeelt hij of de verzekerde geschikt is voor gangbare (algemene) arbeid. De functies die grotendeels als gelijksoortig kunnen worden aangemerkt, zijn in het CBBS geclusterd onder SBC-codes (Standaard Beroepen Classificatie).
Het CBBS vergelijkt het merendeel van de op de FML voorkomende belastbaarheidsaspecten met de belastinggegevens van de in het systeem opgenomen functies. Op basis van bedoelde vergelijking van deze als “matchende” beoordelingspunten aangeduide aspecten vindt vervolgens in het CBBS een geautomatiseerde selectie plaats van potentieel geschikte functies. Volgens het systeem als ongeschikt aan te merken functies worden niet aan de arbeidsdeskundige gepresenteerd. Potentieel wel geschikte functies worden, al dan niet met een of meer signaleringen ten teken van een mogelijke overschrijding van de belastbaarheid van de betrokken verzekerde op een bepaald onderdeel of op bepaalde onderdelen, aan de arbeidsdeskundige gepresenteerd, die vervolgens tot een eindoordeel moet komen. In voorkomende gevallen kan deze functionaris daarbij eerst in nader overleg treden met de verzekeringsarts.