Naar verwachting zal de Sociaal_Economische Raad (SER) begin mei 2014 Minister Ascher van Sociale Zaken adviseren over de toekomst van de bedrijfsgezondheidszorg. Na de liberalisering van de arbeidsmarkt in 2005 kunnen werkgevers kiezen tussen klassiek arbodienstverlening en een maatwerkregeling (met een verzuimbedrijf en/of geregistreerde bedrijfsarts). De toegankelijkheid tot de bedrijfsarts is op dit moment onvoldoende gegarandeerd, o.a. voor de groeiende groep ZZP’ers. Er is bovendien zorg over de onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid van de bedrijfsarts met name uit de hoek van de vakbonden.
De eerste signalen wijzen op een geheel nieuw plan voor een arbeid gerelateerd zorgstelsel. Daarin is verzuimbegeleiding geen exclusieve taak meer van de bedrijfsarts maar van een onafhankelijke arbeidsgeneeskundige in de eerste lijn. De huisarts zorgt voor doorverwijzing naar deze arts die in principe werkt binnen de huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum. Deze arbeidsgeneeskundige ziet dan werknemers van verschillende bedrijven. De werkgever heeft in deze situatie geen vaste bedrijfsarts meer maar heeft in dat geval te maken met meerdere arbeidgeneeskundigen afhankelijk van de woonplaats van de werknemers. Daarnaast is er in dit beoogde stelsel ook plaats voor een klinische arbeidsgeneeskundige in de tweede lijn en een 'bedrijfsarts-nieuwe-stijl’. Deze bedrijfsarts is verbonden aan een interne of externe arbodienst of een organisatie voor sector gebonden arbozorg verlening. Deze bedrijfsarts houdt zich specifiek bezig met taken als keuringen, preventie en second opinions.
De vakbonden hebben tevens kritiek op het feit dat werkgevers de arbozorg verleners betalen zoals de bedrijfsarts. Hierdoor kunnen werkgevers ook druk uitoefenen op bijvoorbeeld de oordeelsvorming in het proces van verzuimbegeleiding. Verder is ook de forse onderrapportage van het aantal beroepsziekten al jaren een aandachtspunt. In dit kader lijkt toegang van werknemers met een beroepsziekte tot een klinisch arbeidsgeneeskundige onder regulier verzekerde zorg gewenst. De klinisch arbeidsgeneeskundige zal veelal in academische centra werkzaam zijn. Behandeling en diagnose door de arbeidsgeneeskundige zou kunnen lopen via de Zorgverzekeringswet (ZVW). De andere taken kunnen door werkgevers worden bekostigd waarbij per saldo echter geen kostenstijging mag optreden. Bij gewijzigde financiering zal ook de opleidingskosten van bedrijfsartsen aan de orde moeten komen. Op dit moment worden nauwelijks meer bedrijfsartsen opgeleid vanwege de hoge kosten waardoor de beroepsgroep in de komende jaren zal krimpen bij ongewijzigd beleid.
Uiteraard is het de vraag hoe het uiteindelijke SER-advies eruit komt te zien maar een aanzienlijke stelselwijziging lijkt inmiddels niet onwaarschijnlijk.