Volgens het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten melden steeds meer mensen zich met een burn-out bij de bedrijfsarts. Gemiddeld is een werknemer met een burn-out 242 dagen ziek. Ook treft dit steeds vaker jonge werknemers, ca. 100.000 werknemers tussen de 15 en 25 jaar zitten thuis met burn-out klachten. Een verzuimdag kost werkgevers 250 euro per dag en TNO schat het werkstress gerelateerde ziekteverzuim op 1,8 miljard euro per jaar.
Voor burn-out of beter gezegd chronisch stress syndroom bestaan verschillende definities. Bekend is de oude definitie van psycholoog Maslach uit 1981. Deze beschreef drie kenmerken: emotionele uitputting, distantie tot het werk en een verminderd gevoel van bekwaamheid. Op basis van deze definitie zijn vragenlijsten ontwikkeld zoals Maslach Burn-out Inventory (BMI) en de Nederlandse variant hiervan de Utrechtse Burn-out Schaal (UBOS) om de ernst van de klachten te kunnen vaststellen. Door klinisch psycholoog Schaufeli wordt in 2017 een andere definitie gehanteerd. Burn-out wordt gekarakteriseerd door uitputting, cognitief controleverlies, emotioneel controleverlies en mentale distantie van het werk. Bijkomende symptomen zijn depressie, gedragsmatige en psychosomatische klachten.
Belangrijke risicofactoren voor het ontwikkelen van een burn-out zijn: biologische aanleg (stress gevoeligheid), gender, persoonlijkheid en vroegkinderlijke traumatische stressbelasting. Belangrijke factor is dus ook het persoonlijkheidstype of een mengvorm daarvan, zoals de perfectionist en de ja-knikker. De perfectionist is loyaal, plichtsbewust, heeft neiging tot obsessief-compulsief gedrag, stelt hoge eisen en heeft sterke controle behoefte. De ja-knikker heeft moeite met eigen grenzen te bewaken en is sub-assertief. Vrouwen hebben vaker burn-out klachten dan mannen. Vrouwen hebben vaak een tend of befriend reactie op stress (verhoogde zorg voor het gezin) terwijl mannen meer stress ervaren bij het leveren van prestaties en dan juist meer afstand nemen tot het gezin (Taylor et al 2000).
In de praktijk biedt veilige hechting en sociale steun vaak de beste bescherming tegen latere stressoren in het leven. Risicofactoren in het priveleven voor burn-out zijn eenzaamheid/weinig sociale steun, leefstijl problematiek (voeding, slaap, beweging, medicatie en sederende middelen), relatie en gezinsproblemen en life-events (ziekte, scheiding, mantelzorg etc.). Werkgerelateerde risicofactoren zijn hoge werkdruk, emotionele belasting, weinig autonomie, slechte relatie met leidinggevende of collega's, uitblijven van waardering, weinig taakvariatie en pesten of een negatieve werksfeer. Maatschappelijke factoren zijn ook relevant zoals social media (fear of missing out), hang naar status en flexibilisering van arbeidsrelaties.
Positieve ontwikkelingen in het voorkomen van burn-out klachten is de verschuiving van de focus op time management naar attention management met aandacht voor werkstressoren, energiebronnen en bevlogenheid (het WEB model, Schaufeli ea). Voor dat laatste is specifiek de Utrechtse Bevlogenheids Schaal ontwikkeld (UBES).
Burn-out
@OHCinfo
Zoek op OHC
OHC Nieuws
- Verstandige keuzes medische testen en behandelingen | 8 jaar 2 dagen
- Basiscontract met de arbodienstverlener | 9 jaar 7 maanden
- Ook na SER advies geen zekerheid voor bedrijfsartsen | 10 jaar 2 maanden
Adres
OHC BV
Postbus 9191
3007 AD Rotterdam
06 23234030
ohcbv@outlook.com